‘Aalsmeer in Beweging’; bijzonder boek van een bijzonder mens

Rudolf Tulp bij de boerderij voor de Historische Tuin

Door: Joop Kok (Beschouwing) Op zoek naar een boek over Texelse verhalen dool ik wat rond bij de Bruna. Plots wordt mijn aandacht getrokken door een boek dat wel zo is neergelegd dat het moet opvallen. Wacht even, die afbeelding op de omslag die ken ik, is dat niet van een schilderij van Beerstraten? De kerk van Kudelstaart in de winter? Als ik het boek oppak, lees ik: Aalsmeer, een dorp in beweging vanaf het jaar 1000 tot 1850, auteur Rudolf Tulp. Bij het van achteren naar voren door laten vallen van de bladzijden valt me in de opmaak direct het gemis van een heldere indeling in hoofdstukken op. Bovendien ontbreken er voetnoten. Alles is gelijkwaardig vorm gegeven. Eenzelfde opzet bij de inhoudsopgave, alle cijfers en letters in dezelfde grootte, vet gedrukt en zo weinig mogelijk hoofdletters. De ‘voetnoten’, verklarende teksten, kaarten en afbeeldingen zijn in een aanvullend boekje opgenomen. Als ik dat inkijk valt het me meteen op, de afbeeldingen en kaarten zijn gefotografeerd en niet ingescand, jammer, nu hangt er een wat grijzige waas over de foto’s. Tja, is mijn  eerste gedachte, wat moet ik van deze toch opvallende vormgeving denken? Is het amateurisme of eigenzinnigheid? Mijn nieuwsgierigheid wint het van mijn twijfel en aan de kassa reken ik af.

Normaal gesproken begint een boek met een inleiding of voorwoord, maar dit boek begint met een beschrijving van een veenbosmoeras in het eilandenrijk de Rijsen in de Westeinder. Het is opgetekend door Kees Eveleens die in de jaren ’50 tijdens een kanotocht een eiland aandoet. Aangezien ik uit de tekst niet kan opmaken wie aan het woord is, de auteur heeft aanpassingen aangebracht, en waar de tekst eindigt, zoek ik voor de duidelijkheid ook de oorspronkelijke tekst op in Oud Nuus. Als ik een paar bladzijden verder lees dat de tekst van Eveleens de auteur terugvoerde naar de tijd dat hij op onderzoek ging in het gebied achter de kwekerijen aan de Oosteinderweg tussen het Kakkepoeltje en de Pontweg, denk ik direct: ‘waarom heb je dat niet als onderwerp genomen om jezelf te introduceren?’ Weten we als lezer direct waar je bent opgegroeid en waar je betrokkenheid vandaan komt.

Drie voorgangers
In de inleiding lees ik dat het boek vooral gebaseerd is op drie voorgangers, ‘Aalsmeer, grepen en beelden’ van Herman van der Linde (1976),  ‘Aelsmeer, de beknopte’, van Stichting Oud Aalsmeer (1992), ‘Aalsmeer gewonnen en bedreigd’ van Jan Vinkenoog (2010) met als vierde bron de uitgaven van ‘Oud Nuus’. Echter, geeft de auteur aan, het boek had nooit geschreven kunnen worden zonder de handreikingen van het boek ‘Amsterdamse boeren’ van sociaal geograaf Chris de Bont (2014). Een boek met een duidelijke zienswijze van hoe en waar Aalsmeer is ontstaan en dat eindelijk de aandacht krijgt die het verdient. En nu de naam toch valt, waarom heeft Stichting Oud Aalsmeer de Bont nooit uitgenodigd om hier in Aalsmeer zijn visie te delen met het Aalsmeerse publiek?

Representatief als veendorp
Op de voor de hand liggende vraag: ‘Waarom opnieuw een geschiedenis van Aalsmeer?’ geeft de auteur in de inleiding het volgende antwoord: ‘Het is omdat het dorp als zodanig een bijzonder verleden kent en in zijn ontwikkeling representatief voor veel andere veendorpen in de nauwe en wijde omtrek. Maar juist bij deze buurdorpen ontbreekt het heroïsch-dramatisch aspect dat Aalsmeer meermalen deed aanschuiven op het wereldtoneel’. Maar dit is geen antwoord op de door hemzelf gestelde vraag. Het is een antwoord dat net zo goed op kan gaan voor al die andere boeken. Hij maakt niet duidelijk wat dit boek toevoegt aan datgene wat al bekend is.

Een dag na aanschaf van het boek belt hoofdredacteur Arjen met de vraag of ik een recensie wil schrijven over het pas verschenen boek: Aalsmeer een Dorp in beweging. “Komt goed Arjen, net gekocht, nog wel eerst even uitlezen.” Dagenlang vertoef ik in de wereld van Rudolf Tulp. Een niet onbekende wereld, als ‘nieuwsgierige’ dorpsgids heb ook ik zijn onderliggende boeken gelezen. Maar, zoals hij onder het kopje ‘een omzien’ aangeeft, pak je terugkijkend in het verleden op wat je aanspreekt. Aan het eind van het boek ben ik benieuwd naar de mens achter de schrijver en de motieven die hem tot het schrijven van dit bijzondere boek hebben aangezet. We maken een afspraak op de Historische Tuin.

‘Ik was een bijzonder recalcitrante jongen’

Ik vraag hem: Wat opzet en vormgeving betreft is het een bijzonder boek, Rudolf, vanwaar die keuze? “Omdat ik dat mooi vind en misschien heb ik ook wel een eigenwijs karakter. In ieder geval een bijzondere achtergrond. Ik ben antireligieus opgevoed en zat op de openbare school aan de Oosteinderweg. Ik was niet bepaald een schoolgaand type, in het tweede jaar van de ULO werd ik er afgetrapt en ben ik op de kwekerij gaan werken, ik was nog leerplichtig. Ik heb verschillende bazen gehad waar ik werd weggeschopt. Ik was toch wel een bijzondere recalcitrante jongen en sprak ontzettend plat Aalsmeers. De Handels ULO, speciaal voor jongeren die op een kwekerij gingen werken lag me ook niet, maar wel heb ik mijn Tuinbouw Avondschool diploma gehaald. Uiteindelijk ben ik op mijn vijfendertigste in de zorg terecht gekomen en heb daar nog de nodige diploma’s gehaald. Dat was mijn scholing, buiten de boeken om die steeds weer mijn aandacht trokken. Als  ik door mijn moeder bij een tante van haar werd gestald dook ik in de boekenkast. Maakte niet uit of ik het boek dat ik koos wel of niet begreep, ik ging er vanuit dat dat wel zou komen bij een tweede keer lezen. Ik ging altijd wel mijn eigen weg, kwam in de kraakbeweging terecht en was jarenlang lid van een noodlijdend anarchistisch collectief. Mijn leven was niet altijd even makkelijk, relationeel gezien nogal moeizaam. Ik viel overal tussen de wal en het schip. Sinds een jaar of tien is alles toch op zijn pootjes terecht gekomen. Acht jaar geleden ben ik met pensioen gegaan en begonnen met het schrijven van ‘Aalsmeerse schepen, een tijdreis’. Om dat te kunnen schrijven had ik zo veel informatie verzameld dat ik het zonde vond om daar niet iets mee te doen. Dat is eigenlijk de reden geweest om het boek te schrijven waar we het nu over hebben.”

Wat heeft dit boek je gebracht? “Het is toch wel een persoonlijke ontdekkingstocht geweest, je krijgt meer oog voor het menselijk functioneren, meer begrip, mededogen, la condition humaine.”

Mochten er lezers zijn die meer informatie wensen of tekstopmerkingen hebben, dan kunnen die zich direct tot de schrijver richten: r.tulp@outlook.com

(Foto’s: Jaap Maars)

3 reacties

  1. De beschouwer geeft aan zich gestoord te hebben aan de opzet en indeling van het boek en ook de lay-out wordt beoordeeld als gemankeerd en onhelder.
    Verder is er met name kritiek op het eerste hoofdstuk, de introductie. Dus de beschreven tochten van K. G. Eveleens uit de jaren 50, eerst in de Rijsen en vervolgens de Oosteinderpoel c.q. Molmpoeltje.
    Waar toch dhr. Eveleens als persoon duidelijk geïntroduceerd wordt en ik persoonlijk afsluit met: ‘na deze introductie neemt de auteur het over’. Maar ook volgend het kopje ‘herkenning’ staat er niet voor niets, als ik aansluitend een ervaring benoem uit de jaren 60 en daarmee de introductie van het gebied van de bovenlanden van Aalsmeer afrondt in een combinatie van west naar oost.
    Ik had ten overvloede nog kunnen zeggen: ‘neemt de auteur van dit boek het over’ om zo de cesuur tussen mijn eigen tekst en die van K. G. Eveleens wat breder te maken maar mij leek het overduidelijk wie er nu precies aan het woord was.
    Wat betreft het overnemen van tekst zeg ik erop volgend in de inleiding: archiefonderzoek heb ik niet gedaan. Ik heb slechts bestaande teksten aan elkaar gelegd en vergeleken. Het meest duidelijk gebeurt dit in de hoofdstukken 14, 15 rond het beleg van Haarlem en bij 18 het ambachtsbestuur en, om af te sluiten, ik geef toe, ik ben meer van de tekst dan van de plaatjes (zie inleiding).
    Wat algemeen de reacties betreft bekruipt me het gevoel van luie lezers die menen aan een half woord genoeg te hebben. Met Nietsche zou ik willen zeggen ‘leert mij langzaam lezen (voetnoot ontbreekt)’.

  2. Mooie recentie Joop. Ikzelf vond het veel knip en plakwerk uit eerdere uitgaven vooral van Oud Aalsmeer en summiere verwijzingen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *




banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
flower art museum
historische tuin
banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
flower art museum
historische tuin