Handballers mikken op plek bij eerste vier

Het was de allereerste handbalkampioen van Nederland, in 1954. Dat kunststukje herhaalde handbalvereniging FIQAS Aalsmeer daarna nog zeven keer. Begin deze eeuw konden de Aalsmeerders hun lol niet op, met vier keer de titel in vijf jaar tijd. In 2009 werd FIQAS voor het laatst landskampioen. Achtmaal in zestig jaar, dat ben je een topploeg. Kan het wonder in het nieuwe seizoen, dat morgen begint, opnieuw geschieden? Het wordt tijd.

“We gaan ervoor,” zegt aanvoerder Rodrigo Huttinga. “Maar misschien is het nog iets te vroeg, met die jonge jongens erbij. Die moeten een halfjaar bezig zijn voor ze er goed inzitten.”

Benelux-competitie in '14-'15
Trainer René Romeijn wil even reëel zijn en het niet mooier voorstellen dan het is. Natuurlijk streeft ook hij naar het hoogste, de eerste plek. “Onze doelstelling is de vierde plaats,” schetst hij het perspectief. “Net als vorig seizoen. En toen werden we derde.”

Plek 4 noemt Romeijn niet zonder bijbedoeling. Want wie bij de eerste vier in de eredivisie komt, doet in 2014/2015 mee in de Benelux-competitie nieuwe stijl. De beste clubs uit Nederland, België en Luxemburg komen dat seizoen tegen elkaar uit. Dat wordt de hoogste niveau waarop de handballers kunnen acteren.

Beetje geluk helpt
De vierde plaats is dus een must, maar zit er meer in? “De eerste doelstelling is de finale. Die willen we proberen te halen. Maar het is heel moeilijk, want de hele top-4 gaat voor de finale,” aldus Romeijn, die zijn vierde achtereenvolgende jaar ingaat als trainer.

Maar “met een beetje geluk” kom je volgens beiden misschien toch verder. Het afgelopen seizoen, in de play-off-fase, presteerde FIQAS tegen de topploegen Volendam, landskampioen en bekerwinnaar, en Lions beslist niet slecht. Thuis speelden de Aalsmeerders gelijk tegen Volendam, uit wonnen ze. Tegen Lions verloren ze tweemaal met één luttel punt verschil. Tegen mindere ploegen werden echter onnodige punten gemorst. “We hadden blessures, maar ik wil geen excuses gebruiken,” zegt de trainer. “Het was het net niet. Je moet ook onwijs goed zijn.”

Gemiddeld 23 jaar
In de zomerstop zijn de ploegen van Volendam en Lions qua samenstelling niet of nauwelijks veranderd. Continuïteit, ervaring en goed op elkaar ingespeeld zijn: dat zijn pluspunten. Romeijn: “Bevo heeft zich aanzienlijk versterkt. Hurry Up ook. Vorig jaar waren er zes ploegen om mee te knokken en nu zullen het er weer zes zijn. Dat wordt strijden om de eerste vier te halen.”

Bij FIQAS zijn Luuk Obben en tweede keeper Jeroen van 't Hart vertrokken. De kern is hetzelfde gebleven. “We zijn weer een jaar gegroeid en hebben meer ervaring gekregen.” De nieuwelingen zijn jonkies: Niels Poot (17 pas), Samir Benghanem (20), Nils Dekker (18, uit het tweede) en keeper Jeremy Hooijman (ook 17, afkomstig van de A-junioren).

Dubbele bezetting
Nadeel voor FIQAS is dat de jonge spelers eerst zullen moeten wennen aan het topniveau. Maar de nieuwe ploeg, met een gemiddelde leeftijd van ongeveer 23 jaar, heeft ook een voordeel. “Want ten opzichte van vorig jaar zijn we nu op elke plek dubbel bezet ,” legt Romeijn uit.

“Zoiets is lastig voor de tegenpartij,” vult Huttinga aan. “Ze moeten steeds iemand anders dekken. Voor mijzelf is het mentaal en fysiek fijn dat je door kunt wisselen.” Anders gezegd: je blijft fris en scherp. “Je kunt veel winst halen uit dubbele posities,” denkt de 23-jarige aanvoerder, die in de zomer door zijn eigen team is herkozen.

Het geheim van een goed team is dat iedereen er elke wedstrijd opnieuw stáát. “Als je de top wilt halen, moet je fanatiek zijn,” weet Huttinga. “En dat zijn we. We hebben een heel laag trainingsverzuim, iedereen komt.”

Eerst Hurry Up, dan Volendam
Morgenavond is de eerste wedstrijd in het nieuwe competitieseizoen. De Aalsmeerders spelen in Zwartemeer tegen Hurry Up. Het wordt volgens Rodrigo Huttinga een pittig duel. “De laatste jaren hebben we uit niet van ze gewonnen. Zelf denken ze bij Hurry Up dat ze weer gaan winnen…”

René Romeijn is stellig. “Het worden de eerste twee punten. Enige nadeel is dat vaste keeper Gaby Birjovany vier wedstrijden geschorst. Maar dat is ook weer een nieuwe uitdaging.” Op zaterdag 7 september is er al een topper, in thuishal De Bloemhof tegen Volendam.

'Het moet de jongens geen geld kosten'

In de zaalhandbaltop zijn er teams met een forse beurs en andere die het met minder moeten doen. FIQAS Aalsmeer hoort tot de tweede categorie. Het is financieel passen en meten. Vandaar bijvoorbeeld een nieuwe sponsoractie dit seizoen: voor € 150 kunnen geïnteresseerden de wedstrijdbal van een thuiswedstrijd sponsoren, in ruil voor tegenprestaties zoals wedstrijdkaartjes.

“Met de middelen die we ter beschikking hebben, zoeken we het in goede faciliteiten voor de spelers en in bijvoorbeeld reiskostenvergoeding,” legt trainer René Romeijn uit. “We willen dat het de jongens geen geld kost.” Naast hun sport hebben de spelers een baan of ze studeren nog. Ze trainen viermaal per week én spelen een wedstrijd.

De selectie bestaat uit Samir Benghanem, Gaby Birjovanu, Robin Boomhouwer, Jim Castien, Rein van Dam, Remco van Dam, Nils Dekker, Jeremy Hooijman, Rodrigo Huttinga, Michael Kamsteeg, Dustin Ligthart, Frank Lubbert, Niels Poot, Djordje Stevanovic, Lars van Wijk en Wai Wong.

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *




banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
flower art museum
historische tuin
banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
flower art museum
historische tuin