Van Eijk weg – ‘Meer naar buiten kijken geeft power’

“Ik ben niet belangrijk,” zegt Theo van Eijk. “Ik ga nooit in een huis wónen, ben geen bestuurder die een monument nodig heeft. Ik ben blij als ik dingen in gang heb gezet. En als ik met mijn bijdrage de gemeente iets verder heb kunnen helpen.”

Van Eijk (59, CDA) is nog luttele uren waarnemend burgemeester van Aalsmeer, tot het moment morgenavond dat de nieuwe burgemeester Jobke Vonk beëdigd wordt. Hij vindt zichzelf een “helper”. Vanaf 10 juni is hij alweer elders in touw. Hij wordt de helpende hand in Uitgeest, voortreizend van gemeente naar gemeente. Vóór Aalsmeer was hij tussenpaus in Hollands Kroon en Medemblik. In dit interview zet hij zijn Aalsmeerse belevenissen, in een periode van acht maanden, op een rij.

Piketpaaltjes
Aalsmeer was gewoon een baan. “Ik was niet aangenomen om vrienden te maken of aardig gevonden te worden, maar om een job te doen, om iets te bereiken.” Dat de wereld zo in elkaar zit, heeft hij “geleerd”. Zoals hij geleerd heeft wat je moet doen wanneer je als waarnemend burgemeester een gemeente binnenstapt. “Je laat merken waar je grenzen liggen, je plaatst piketpaaltjes. Later merk je vanzelf wel of ze goed stonden.”

In Aalsmeer was hij maar net binnen of hij presenteerde zich als man van de harde lijn bij alcohol en drugs. Op een persmeeting zei hij in oktober: “Wie zich misdraagt in de buitenruimte, loopt tegen mij op.” Zo, die piketpaaltjes stónden.

Hij vindt de “sheriffrol” heerlijk, als bewaker van de openbare orde en veiligheid. Die functie zit in het vaste pakket van een burgemeester. Die “standaarddingen” liggen hem sowieso.  “Zoals de burgervaderrol, maar ook het bezoek aan een voorstelling van de plaatselijke toneelvereniging. Ik vind het geweldig, ik hou van mensen.”

Stenengooier
“Ik ben zoals ik ben.” Het zijn gevleugelde woorden van Van Eijk in de voorbije maanden. “Ik ben iemand die mensen een spiegel voorhoudt en ze wakker maakt. Confronterend. Chargerend. Een stenengooier. Maar ik gooi geen stenen door de ruiten, maar in de vijver. Vanuit mijn eigen, eigenwijze, wijze probeer ik mensen na te laten denken. Om zo beslissingen te kunnen nemen die henzelf verder brengen.”

Meer dan een spiegel voorhouden kan trouwens niet. “Daar heb je de tijd niet voor.” Als waarnemer maak je immers zo weer plaats voor een ander. De gemeente “stapjes laten maken”, daarvoor was hij ingehuurd en daar is hij vol voor gegaan – zo hoort dat in zijn filosofie. Is er dan iets veranderd in het tijdvakje-Van Eijk? Zo ja, wat?

Passie
Van Eijk schetst de Aalsmeerse bestuurscultuur. Hij zoekt voorzichtig naar formuleringen, maar eenmaal op weg praat hij door. “Wat ik vooral zie bij college en gemeenteraad, is een enorme betrokkenheid bij de grote en kleine vraagstukken van de samenleving. Ze zijn betrokken bij wat de mensen bezighoudt, ze hebben passie. Dat heeft veel voordelen. Het is een echt gemééntebestuur, dat het verschil kan maken als het nodig is,” zegt hij.

“Aalsmeer is een warme samenleving. Dat is bijzonder. Ik had het niet verwacht zo dicht bij Amsterdam, in een hectische omgeving. Ik had niet gedacht dat dit dorp – dat zo'n naam heeft in de internationale bloemenwereld dat het een brand is – zo'n grote sociale cohesie heeft.” Je ziet het allemaal terug in het gemeentebestuur.

Naar buiten kijken
Heeft die betrokkenheid nadelen? “Wellicht,” zegt hij. “Als het maar niet doorslaat. Als je als bestuur maar afstand kunt nemen van individuele belangen. Je moet niet alleen naar binnen kijken, maar ook naar je omgeving. Naar samenwerkingsorganisaties, zoals je directe buren, de stadregio, de metropoolregio. Vanuit de dynamiek waarin je zit, moet je zorgen dat dat 'buiten' over het voetlicht komt. Energie daarin steken, genereert ook power. Dat is een aandachtspunt,” vindt hij.

Zijn advies: zorg dat je, vanuit je kracht als Greenport Aalsmeer en watersportgemeente, in de brede regio een positie verwerft op het gebied van infrastructuur, economie en toerisme. In dit verband schiet hem recent nieuws te binnen: rijk, provincie en luchtvaart stellen 30 miljoen euro beschikbaar om de leefbaarheid te verbeteren in door vliegtuigoverlast getroffen woonkernen. “Ik lees nergens dat Aalsmeer een claim legt op een deel van dat geld, terwijl genoeg anderen dat wel doen. Ze zijn hier, bij wijze van spreken, heel druk bezig met het Praamplein en de Oude Veiling.”

Hij kan zich voorstellen dat elke fractie een specialist 'buitenland' zou hebben. “Je kunt als gemeenteraad een werkgroep buitenland maken, die voorwerk op dat dossier doet.” En meer  in zijn algemeenheid: “De raad mag best proactiever zijn, zonder dat ze het college voor de voeten lopen.”

Zegen voor debat
Toen hij aantrad, verraste hem het geringe aantal fracties. Het leek hem niet verkeerd. En achteraf? “Het is een zegen voor het debat en de besluitvorming, voor de kracht van de raad. Je kunt sterk inhoudelijk debatteren en hebt veel meer specialisten. Voor lokale issues heb je ook niet meer dan de vier fracties nodig. Er is een lokale partij, een linkse, een rechtse en een middenpartij. Iedereen kan zijn ei kwijt.”

Er zit in zijn ogen beweging in de raad, in positieve zin. “Ze zijn zélf bezig zich te professionaliseren. Het beraad en de raad zijn echt professioneel, de besluitvorming loopt soepel, er is geen overbodige discussie,” concludeert Theo van Eijk. “Maar of het nou wel of niet verandert, ik word er niet sjagrijnig van.”


 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *




banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
flower art museum
historische tuin
banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
flower art museum
historische tuin