De langdurige thuiszorg is versnipperd, er ontbreekt regie en niemand voelt zich verantwoordelijk. Het kan zelfs zo uitpakken dat er op termijn met de toenemende vergrijzing tekorten aan handen en bedden ontstaat. Informatie over patiënten die volgens de wet niet gedeeld mag worden, verzekeraars die kleine zorgpartijen afwijzen of een maximaal aantal patiënten toestaan en personeelstekort zijn een aantal belangrijke oorzaken. Het leidt tot onvoldoende thuiszorg en een gebrek aan bedden voor een tijdelijke opname. Daarbij kost het soms erg veel tijd om een plekje voor patiënten te vinden. Inwoners dreigen hier de dupe van te worden.
Daarom heeft de gemeente samen met de drie buurgemeenten Amstelveen, Ouder-Amstel en Uithoorn een brief aan de minister gestuurd om ervoor te zorgen dat thuiszorgorganisaties, verpleegkundigen en huisartsen met minder tijd en frustratie hun zorg kunnen leveren. Het gaat om lokale problemen veroorzaakt door een financieringssysteem dat alleen landelijk kan worden opgelost.
Voor AalsmeerVandaag aanleiding om eens rond te vragen wat er nu in de praktijk aan de hand is en hoe die problemen kunnen worden aangepakt. Vandaag vragen we de directeur van het Zorgcentrum Aelsmeer, Frans Knuit, wat hij over deze zorgen van gemeentes vindt.
Diepe bewondering
“Feiten zijn dat Aalsmeer aan het vergrijzen is, dat mensen veel langer thuis willen blijven wonen en dat er vrijwel geen verzorgingshuisbedden en kamers meer zijn. Het heeft alles te maken met versnippering en de complexe wereld waarin we moeten opereren. Ik heb diepe bewondering voor de mensen die in de zorg werken. Zij moeten elke dag weer oplossingen vinden vanuit de gedrevenheid om mensen te helpen,” zo zegt Knuit.
Hart niet uit de zorg trekken
De zorgcentrumdirecteur is er van overtuigd dat de twintig jaar terug ingezette koers van marktwerking debet is aan de huidige problematiek. Er is volgens hem in de breedte te weinig geld voor de thuiszorg en de verpleeghuiszorg. “Zo’n twintig jaar terug hadden we de non-profit sector en de profitsector. En toen ineens werden we ondernemers. Het betekent nu dat als wij niet meedoen in het systeem de continuïteit in gevaar komt. Die marktwerking vindt op dit moment in alle hevigheid plaats. We zijn zo meer en meer op bedrijven gaan lijken die met elkaar moeten concurreren. Dat staat bijna haaks op de gedrevenheid om mensen te helpen. We zijn bijna ongemerkt de taal van bedrijfskundigen gaan spreken en lijkt het alleen nog maar over geld te gaan. We zullen heel goed moeten uitkijken dat we niet het hart uit de zorg trekken. Het is aan ons om ervoor te zorgen dat we de taal van de mensen blijven spreken.”
Zoektocht
Hij is goed te spreken over de brief die naar de minister is gestuurd. “Het is een behoorlijk goede brief met allerlei deelonderwerpen. Wat mij betreft gaat het om de vraag wat de goede sturingsprincipes zijn om mensen zo goed mogelijk te willen helpen. Ik ben er wel van overtuigd dat er nu nog voor iedereen zorg te vinden is. Dat is soms wel een hele zoektocht. Daarbij is het zo dat ik tijdens die zoektocht niet kan zien of andere organisaties wel zorg kunnen of mogen leveren. Een gevolg is dat verzekeraars alleen maar voor de eigen klanten kijken. Ik denk daarom dat er één verzekeraar moet komt die de kar trekt en die het overzicht heeft. Wij hebben er als relatief klein zorgcentrum veel last van.”
Veel eenvoudiger
Het Zorgcentrum Aelsmeer levert een breed pakket aan ouderenzorg en kiest ervoor om lokaal te werken. Knuit vindt het dan ook positief dat er allerlei taken naar de gemeente zijn gegaan. “Op dit moment is onze basis weer goed, maar ik heb geen idee hoe het er in 2019 voor komt te staan. Er is een tekort aan personeel, we hebben te maken met verschillende contract- en financieringsvoorwaarden en met de aanbestedingen van de gemeente. Dat vraagt veel tijd en wij hebben zelf nauwelijks stafpersoneel. Het kan zodoende voor komen dat we mensen niet kunnen helpen met thuiszorg.”
Volgens Frans Knuit is het nu aan de Tweede kamer en de politiek om orde op zaken te stellen. De zoektocht naar wat voor soort zorg mensen nodig hebben en of dat kortdurend of langdurig is en of dat dan ook past zou wat deze Zorgcentrumdirecteur betreft veel eenvoudiger moeten.
Tekst Jan Daalman, foto's archief AV