Door: Leni Paul. Dat er na een dienstverband van 47 jaar veel belangstelling zou zijn voor de afscheidsreceptie van Luci Beumer-Persoon maandag in De Oude Veiling lag voor de hand. Dat burgemeester Gido Oude Kotte haar die middag tot ereburger van Aalsmeer zou benoemen kwam als een verrassing.
Zeg Raadhuis en je zei tot nu toe Luci Beumer die in een bevlogen dankwoord deze middag terug keek op haar werkzaam leven dat op 19 februari 1974 een aanvang nam toen ze als jongste bediende ging werken bij het archief van de gemeente. In haar gedetailleerde rede ging de kersverse ereburger in op de de dertien colleges en gemeenteraden die ze in haar lange dienstverband heeft meegemaakt. Zeven burgemeesters, zes gemeentesecretarissen, 28 wethouders en heel veel raadsleden leerde ze in die periode kennen.
“Andere tijden,” aldus Luci die die in haar met veel humor doorspekte rede gedetailleerd inging op de vele veranderingen in de werkwijze van het gemeentelijk apparaat zoals bijvoorbeeld de dualisering van het gemeentebestuur in 2002. Ze zag terug op het nog computerloze tijdperk en het met potlood noteren van afspraken in de papieren agenda en andere handelingen die nu wel zeer verouderd aandoen. Ze onthulde dat ze de vele potloodstompjes die ze vanaf 1974 had gebruikt, nog steeds ergens bewaard heeft.
Generaal van het Raadhuisplein
Voorts schetste ze een uitgebreid beeld van haar afwisselende bezigheden zoals het werken als bestuurssecretaresse en directiesecretaresse, het organiseren van evenementen waarbij ze onder meer terugkijkt op het organiseren van de ontvangst van de honderden gasten op de ochtend van het bloemencorso. “Er stonden dan tribunes op het Raadhuisplein, bestemd voor de genodigden, maar die gasten waren dan koffie drinken in het raadhuis en de tribunes werden dan al snel ingenomen door niet genode gasten die ik dan moest wegjagen. Joost Hoffscholte noemde me dan altijd de generaal van het Raadhuisplein en zo voelde ik me dan ook.”
Lastige mensen
Nog enkele opmerkelijke, hilarische feiten kregen de aanwezigen deze middag te horen, bijvoorbeeld dat boze en lastige mensen doorgaans op maandag en donderdag belden, net voor of net na het weekend. In zulke gevallen was het niet altijd gemakkelijk om in dezelfde gemeente te werken waarin je geboren en getogen bent. Luci kenschetste zichzelf als een ‘regelaar’. Deze afscheidsmiddag was echter grotendeels georganiseerd door collegae Marja, Carin, Belinda, Patricia en Nietta, zo vertelde Luci die opgewekt besloot met de opmerking: “Jullie zullen nu geen last meer van me hebben.”
Het moet voor Luci een verrassing zijn geweest dat naast de huidige burgemeester maar liefst vier oud-burgemeesters aanwezig waren, te weten Joost Hoffscholte, Theo van Eijk, Jobke Vonk-Vedder en Jeroen Nobel. Met Robbert-Jan van Duijn was er zelfs nóg een burgemeester in de zaal. Ook oud-wethouders,-raadsleden, -medewerkers en -collega’s waren van de partij om Luci uit te zwaaien.
Bewogenheid
Vervelen zal Luci zich zeker niet. Naast haar werk was en is er het vrijwilligerswerk, bijdragen aan de maatschappij en aan het welzijn van mensen. Onder meer de Historische Tuin, de bibliotheek, de ijsclub Uiterweg waarvan ze secretaris is en de concerten in De Oude Veiling kunnen altijd op haar steun blijven reken evenals de Stiching Hulp voor Nepal waarvan zij voorzitter is. Het is tekenend voor Luci dat ze in plaats van persoonlijke geschenken bij haar afscheid giften vroeg voor laatstgenoemde stichting. Het was ook mede door haar maatschappelijke betrokkenheid en bewogenheid dat haar het ereburgerschap werd toebedeeld. Het zou, zo vertelde zij, voor haar opvolger wel een puzzel worden om haar als jongste ereburger toe te voegen op de speciaal daarvoor ingerichte muur in het raadhuis. “Met de toekenning van het ereburgerschap aan Ad Verburg is de muur eigenlijk helemaal vol. Ik zou niet weten waar nog een plek voor mij vrij is…”