Er bestaan verschillende motieven waarom mensen vrijwilligerswerk doen. AalsmeerVandaag is daarom op zoek naar verhalen over vrijwilligerswerk. Wat haalt een vrijwilliger er voor zichzelf uit, hoe gaan organisaties om met hun vrijwilligers, maar vooral wat motiveert mensen, welk werk doen ze en wat voor mensen zijn dat. Deze keer is het de beurt aan werktuigbouwkundig ingenieur Jan Kolfschoten. Hij is sinds 2011 actief als vrijwilliger bij Korenmolen De Leeuw.
Korenmolen De Leeuw in de Zijdstraat in Aalsmeer is een baken in het dorpsgezicht. De molen is al meer dan 150 jaar gevestigd op de huidige locatie. Een monument dat onder meer voorziet in een regionale behoefte aan ambachtelijke meelproducten. In het kader van cultureel-historische educatie wordt de molen regelmatig bezocht door lokale basisscholen en toeristen. Om dit cultureel erfgoed in bedrijf te houden, zorgen zo’n 22 vrijwilligers er voor dat De Leeuw een levend monument blijft. Eén van die vrijwilligers is uitvinder Jan Kolfschoten. In hart en ziel een maker en verknocht aan alles wat techniek is. Hij kwam er rond zijn 35ste achter dat hij bij bedrijven wilde werken om iets te maken bijvoorbeeld in zijn functie als technisch directeur voor fritesbedrijf McCain in Hoofddorp.
Milieuvriendelijk aardappels schillen
Hij ontdekte daar hoe aardappels het best uit hun schil gehaald kunnen worden door middel van stoom en hoge druk. Tot dat moment gebeurde dat met een milieuonvriendelijk loogzuur. Verder dacht hij na over inpakmachines en hoe er in plaats van 25 zakken per minuut zestig zakken gevuld konden worden in dezelfde tijd. Allemaal technische vraagstukken waar een enthousiaste man als Kolfschoten zich helemaal op zijn plaats voelt. Een van zijn laatste klussen liep door tot zijn 73stejaar. Kolfschoten was toen procesmanager in de civiele techniek bij de gemeente Rotterdam voor een groot infrastructureel project. Toen dat af was is hij met pensioen gegaan.
Direct verkocht
“Na mijn pensionering moest ik er als gezond en actieve man voor waken niet in een huishoudelijk zwart gat te vallen,” vertelt de energieke Kolschoten. “Daar komt bij dat mijn vrouw was gewend dat ik nooit thuis was en mijn twee dochters begonnen te zeuren dat ik vrijwilligerswerk moest gaan doen. Wat doe je in zo’n geval? Op een zeker moment kreeg ik mijn eerste rondleiding in de korenmolen van de 80-jarige molenaar Bert van Rijswijk in Olst. Ik was er niet weg te slaan. Wat was dat geweldig. Mijn hemel wat een heerlijke historische technieken. Ik was direct verkocht. Nou ben ik inderdaad niet direct het type dat luiers gaat om doen, dus ben ik mijn licht gaan opsteken bij Het Cruquius Museum en bij de molen in Hoofddorp. Daar had men vrijwilligers voldoende zo bleek. Tot ik op een dinsdag door de Zijdstraat loop en de molen zie draaien. Mijn dochter vroeg toen aan me; ‘waarom ga je daar niet eens informeren voor vrijwilligerswerk?’. Dat heb ik gedaan en heb er mijn adres achter gelaten. Diezelfde avond werd ik gebeld door Jan Ran die toen nog de secretaris was. Hij zei kom maar langs en dat heb ik gedaan, ik ben nooit meer weggegaan.”
Elke dinsdag
Inmiddels kan Jan Kolschoten alles wat een gediplomeerd molenaar ook kan. Hij heeft er de opleiding voor vrijwillig molenaar voor gevolgd en is daar in begeleid door één van de molenaars van Korenmolen De Leeuw, Chris Smit. “Chris heeft mij alles geprobeerd aan te leren en is nog steeds mijn docent molentaal. Op basis van ik kan niks en ik kan toch alles, heb ik een bijzonder fijn vrijwilligersbestaan bij de molen. Graan malen, volkoren meel builen, mixen, wieken opzeilen de molen klaar maken voor rondleidingen en soms ook in het winkeltje staan. Ik ben er elke dinsdag en soms op zaterdag.
Geweldige technieken
Zo’n molen zit vol met geweldige technieken. Het is spannend om te zien hoe men twee eeuwen geleden zaken wist op te lossen. Het is ook de sfeer en het ambachtelijke dat me aanspreekt. En we maken hier ook. We maken namelijk meel en dus zit ik ook hier weer bij een productiebedrijf. Kijk, ik vind het gewoon een eer dat ik iets voor de gemeenschap kan betekenen en dat ik dat met plezier kan uitvoeren. Het is een aanrader om hier vrijwilliger te worden. Je ontmoet allerlei interessante mensen en soms is het net politiek maar heerlijk om mee te maken.”
Dat Jan Kolschoten gegrepen is door het molenvirus blijkt wel uit de korte trip die hij heeft gepland. In mei gaat hij naar het Engelse Boston om daar molens te bekijken die met gietijzer zijn toegerust. “We gaan er de mooiste molens bekijken. Bij die Engelse molens hoor je altijd gekletter door dat gietijzer. Dat is met deze molen heel anders. Hier is alles van hout en alles de stenen niet malen draait deze molen bijna geruisloos.”
tekst Jan Daalman, foto's Arjen Vos