Wanneer je kiest voor een opleiding tot ‘werktuigkundige alle schepen’ is het wel duidelijk dat je aangetrokken wordt door een avontuurlijk leven. Maar dat de 20-jarige Thomas Alderden uit Rijsenhout al direct op een van zijn eerste tochten als jonge officier te maken zou krijgen met zoiets als de coronacrisis, had hij niet kunnen voorzien. De beelden van de reddingsoperatie waarbij het ene cruisesschip de passagiers van het andere aan boord nam, gingen de wereld over.
Thomas was als ‘3rd engineering officer’ aan boord van de MS Rotterdam, onderdeel van de Holland-Amerikalijn, net een paar dagen met een nieuwe groep passagiers op reis toen zich op zusterschip De Zaandam symptomen van corona voordeden. Omdat zij er het dichtste bij in de buurt waren en over het snelste schip van de vloot beschikten, kreeg de Rotterdam instructies om de Zaandam te hulp te schieten.
Spannend
Inmiddels is alles achter de rug en is de rust weergekeerd. Vanuit Florida waar zijn schip afgemeerd ligt, kijkt de jonge Rijsenhouter terug op het avontuur. “Ik ben niet gauw bang maar dit vond ik best wel spannend omdat je toch passagiers binnenhaalt die mogelijk corona hebben. Aan boord verspreidt het virus zich snel omdat je dicht op elkaar leeft. Je hebt hier ook niet de beste medische faciliteiten. En je zit ver van je familie en vrienden dus als jezelf het virus krijgt is dat best heel vervelend.”
(lees door onder de foto)
Leeg schip
Toen Thomas te horen kregen dat de Zaandam problemen had met corona en er ook al enkele crewleden waren uitgeschakeld, kreeg zijn schip instructies om hulp te gaan bieden. “We hebben eerst onze eigen passagiers afgezet in Puerto Vallerte in Mexico en zijn toen richting Panama gevaren waar de Zaandam lag. Dat was alsnog drie dagen varen met een leeg schip. De passagiers van de Zaandam zaten al vijf dagen in isolatie toen wij arriveerden. Wij hebben alle gezonde passagiers aan boord genomen. In totaal 797 man. Van tevoren is van iedereen de temperatuur gecontroleerd zodat we zeker waren dat we op dat moment geen zieke mensen aan boord kregen.”
Spooktocht
Vervolgens was het afwachten in welke haven het schip mocht aanleggen om de passagiers aan land te brengen. Dat werd Fort Lauderdale aan de Amerikaanse Oostkust. Om daar te komen moest het Panamakanaal doorkruist worden. Zoals Thomas het beschrijft was dat een soort spooktocht. “We vlogen in een paar uur tijd door het Panamakanaal waar je onder normale omstandigheden met zo’n schip een dag over doet. We moesten van de autoriteiten tijdens die doortocht alle gordijnen dicht houden. Eenmaal op de bestemming gingen bijna alle passagiers direct van boord naar de luchthaven. Behalve degenen die geen ticket konden krijgen omdat hun land volledig op slot zit, mochten achterblijven. Dat zijn er 57 die nu bijna letterlijk tussen wal en schip zitten.”
Langer aan boord
Dat geldt ook voor hemzelf en de 250 andere crewleden die allemaal verplicht in hun hut moeten blijven en mondkapjes moeten dragen als ze er even uit mogen. “Ik ben op 23 januari aan boord gegaan en zou tot 30 mei moeten varen. Hoe de komende periode eruitziet weet ik nog niet. Er is best een kans dat ik nog langer aan boord moet blijven,” aldus de Rijsenhouter die de tijd voornamelijk doorkomt met wachtlopen en onderhoudswerkzaamheden. De planning was dat zijn schip op 22 april Rotterdam aan zou doen. Dat zit er helaas voor Thomas niet in. Wanneer hij weer voet aan wal zet in Rijsenhout is nog onzeker.
Tekst Arjen Vos, foto Thomas Alderden