Het was weer zover. De afgelopen periode stond mijn telefoon opnieuw roodgloeiend: “Meneer de wethouder, wanneer doet u er nou eens iets aan? We worden gek van de herrie”. Het was dan ook zoals vaker extreem druk in het luchtruim boven onze gemeente. We waren dit keer voorbereid. De luchtverkeersleiding had keurig van tevoren aangekondigd dat de nieuwe werkwijze met digitale flightstrips met een proefperiode gepaard zou gaan. Met als gevolg een flinke toename van het zuidelijk gebruik van de Zwanenburgbaan in combinatie met (nog) meer starts vanaf de Aalsmeerbaan. Recht over Aalsmeer, Kudelstaart en de nabije omgeving en dan ook nog eens tegelijkertijd. Vliegtuiggeluid in stereo dus. Daar kwam nog eens bij dat de Kaagbaan uitviel vanwege een reparatie aan een rij- baan. En tot overmaat van ramp stond er ook nog eens overwegend noordenwind. Geen wonder dat het mijn inwoners weer te veel werd.
Het gaat natuurlijk om een relatief korte periode van zes weken. En toch is dat zorgwekkend. Want we verkeren nog steeds in grote onzekerheid over hoe het besluit in Den Haag over de toekomst van Schiphol zal uitvallen. Volgende week zou de kamer met de minister over vliegveld Lelystad gaan praten. Nu dat is uitgesteld omdat er nog geen bericht uit Europa is over de verkeersverdeelregeling die de minister heeft voorgesteld, wordt de druk om te groeien op Schiphol steeds groter. De mensen daar zijn het immers toch al gewend. En vliegtuigen worden steeds stiller. Daar op Schiphol kan best wel wat bij, als het maar ‘gematigd’ gebeurt. Maar in de afgelopen weken hebben wij weer een voorproefje gehad van de ‘gematigde groei’ waar men, als het om de toekomst van Schiphol gaat, zo ge- makkelijk over spreekt.
Gematigde groei. Dat is de nieuwe toverformule. ‘Gematigd’ klinkt aardig, weldoordacht. Als iets maar met mate gebeurt, kan het geen kwaad. Gematigd is goed. Dus als Schiphol gematigd wil groeien, waarom zouden we ons daar dan druk om maken? Gematigd: dat moet wel in balans met de omgeving zijn.
In een nog niet eens zo ver verleden was Schiphol voor de omgeving van onze gemeente Aalsmeer een lichtend baken. Niet alleen economisch, met banen en ontsluitingsmogelijkheden op de wereld, ook als uniek gegeven op zich. Wie heeft in Aalsmeer niet meegemaakt dat familie van ver buiten de randstand een nachtje kwam slapen omdat ze de volgende dag vanaf Schiphol op vakantie gingen? En wie kan zich de enthousiaste kreetjes van een klein kind niet herinneren als reactie op de komst van een blauwe Boeing: “kijk nog één…!” en dat je dan als ouder kon zeggen: “nu weer even wachten tot de volgende komt…”. In Aalsmeer had je bumperstickers waarop stond: “kom je aan Schiphol, dan kom je aan mijn baan…”. Dát was de tijd van matige overlast, van economische groei in balans met de omgeving. Díe voordelen van de luchthaven wogen voor veel Aalsmeerders in die tijd nog ruim op tegen de, ook toen al ervaren, overlast.
Maar de tijden zijn veranderd. Vliegtuigen mogen dan wel veel stiller zijn, maar het zijn er zoveel. Die frequentie, het gebrek aan rust, dat maakt dat de balans doorslaat en dat veel van mijn inwoners de last niet meer kunnen dragen. En dat wordt nog moeilijker als nut en noodzaak niet meer zo vanzelfsprekend zijn.
Waaróm moet Schiphol eigenlijk groeien? Het antwoord dat Schiphol goed is voor de economie is onbevredigend en niet onderbouwd. Wat is ‘gematigde groei’? Is dat iets minder groeien dan waar de markt om vraagt? Moeten we eigenlijk altijd willen wat de markt vraagt? Je hoeft niet alleen maar te groeien om toch succesvol te zijn.
Wat mij betreft is het tijd om wat dieper te graven en in beeld te brengen wat de betekenis is van Schiphol voor het vestigingsklimaat van onze regio. Zelfs de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur zei het recent: “het begrip netwerkkwaliteit vraagt om een nadere analyse. En het wordt tijd om Schiphol eens als een gewoon bedrijf, een bedrijf als alle anderen, te behandelen”.
Laten we dat advies ter harte nemen en nu eerst eens goed onderzoeken wat er nodig is voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat. Volgens mij hoort daar in ieder geval ook bij dat je hier prettig kunt wonen, werken én recreëren. Nabij de luchthaven is daarvan nauwelijks meer sprake. Toenemende overlast drukt in elk geval zwaar op het woon- en leefklimaat in onze gemeente. En ja, zelfs het ondernemersklimaat heeft flink te lijden nu hele bedrijventerreinen onder strikte beperkingen vallen vanwege het overvliegende luchtverkeer.
Groeien om het groeien, daar is deze regio niet mee gediend. Het is tijd dat welzijn boven welvaart gaat.
Robbert-Jan van Duijn
Wethouder Schipholzaken, gemeente Aalsmeer