


Gekozen was voor een geheel Franse avond die voor de pauze in een half uurtje werd afgewerkt met onder meer het bombastische thema van Les Misérables (doet het altijd goed), het verrassende Non Non, Rien N’a Change van Les Poppys (“U mag gerust meeklappen”) en de genoemde hit van Michel Sardou over de meren van Connemara. Dat de klemtoon door Jaap van Leeuwen iets anders gelegd werd dan Sardou het zingt, was hem vergeven.
De olijke Van Leeuwen, gehuld in fraai ceremoniemeesterskostuum legde uit dat de zakdoekjes bedoeld waren om tijdens het refrein mee te wuiven. In sommige voetbalstadions betekent dit gebaar dat de trainer het veld moet ruimen. Maar niemand in het publiek met die bijbedoeling om ‘entraîneur’ Dick-Jan Veerbeek naar huis te sturen. De dirigent zwaait in september alweer 25 jaar voor deze muziekvereniging en gezien zijn enthousiasme deze avond niet van plan af te zwaaien.

We kregen niet alleen muziekles, ook geschiedenis werd aangeroerd. Dat mag ook met zo’n lange historie. Zo kregen we te horen dat het orkest ooit ‘De Spijkerbak’ genoemd werd. Een naam te danken aan timmerman Dirk van der Zwaard die het ‘Buurtsche orkest’ in 1923 op weg naar een concours voorbij hoorde komen en de gevleugelde uitspraak deed: “Wat een rotzooitje, het lijkt mijn spijkerbak wel…”

Na ‘Les Champs Elysees’ ook wel bekend als ‘Oh Waterlooplein’ was het alweer pauze en kon iedereen zich voorbereiden op het hoofdgerecht met de twee gastmuzikanten. Het werd een grandioze uitvoering waarbij de charmante zangeres en de robuuste basblazer in samenspel met orkest en dirigent de avond naar grote hoogtes tilden. Theater en muziek van een niveau dat in het Concertgebouw eveneens op zijn plaats zou zijn. Maar het was toch echt Kudelstaart waar het feest van Brel&Brass zich afspeelde. “Laat me u meenemen naar het Sodom en Gomorra van de Nederlanden; Kudelstaart” grapte Micheline over het dorp waar ze vermoedelijk tot voor kort nog nooit van gehoord had. Het was een bruggetje naar het meesterwerk ‘Amsterdam’ waarbij ze de naam van de hoofdstad een keer verwisselde voor die van Kudelstaart. Ook drie lettergrepen dus het paste.

De multi-muzikante beroerde verder de dwarsfluit, de kazoo en begeleidde Flora zelfs fluitend op haar vingers. Haar tegenspeler Jos hield het bij de bastrombone en ook dat was dik in orde. De hoogtepunten van Brel waren het aanstekelijke ‘Les Flamandes’ en ‘Ne me quitte pas’ dat in een Zuid-Afrikaanse versie vertolkt werd en toen ineens ‘Moe nie wegganie’ heette. Een muisstille zaal zoog de noten op en was niet van plan er ook maar eentje te missen.
Bij de toegift kwamen de zakdoekjes opnieuw van pas. Geen Brel nu maar de eveneens reeds gestorven Belgische kleinkunstzanger Zjef Vanuytsel die het liedje ‘Ik weet wel mijn lief’ naliet dat Micheline hier vertolkte. Een schoonheid van een chanson waarbij het maar goed was dat de brokken in menig keel snel konden worden weggespoeld tijdens de borrel die na de staande ovatie volgde.
Tekst en foto's Arjen Vos, zie ook de gallery onder de advertentie van VZOD
(advertentie)
62