Welvaart is slecht voor monumenten. Het zestiende-eeuwse Brugge bestaat nog, omdat het Zwin verzandde en de handel instortte. De zeventiende-eeuwse Amsterdamse grachtengordel is behouden dankzij de stagnatie in latere eeuwen. Oost-Groningse kerkjes zijn nog te bezichtigen omdat daar later de armoede heeft toegeslagen.
In Aalsmeer heeft de economie grote gaten geslagen in het historisch uiterlijk. Denk je eens in: het Polderhuis aan de Stationsweg… verenigingsgebouw de Oude Veilig met zijn biljart en theaterzaal… hotel-restaurant De Drie Kolommen… het Molenpad met de bootjesverhuur aan de Van Cleeffsloot… ‘wildwest’ cafés Smit, Floralia en het Wapen van Aalsmeer… de pastorie van dominee De Lange op de hoek van de Zijdstraat… de beukenbomen en Rustoord… het veilinggebouw de CAV van architect J.F. Staal… de sloten en bruggen die nu verdwenen zijn…
Als Aalsmeer nu nog hetzelfde aanzien had als in 1928, zou het in aanmerking komen voor de Werelderfgoedlijst.
Baltische staten
Omdat er zo veel nog bewaard is gebleven, zijn we op vakantie geweest naar de Baltische Staten (u weet wel: Estland, Letland en Litouwen – maar die bezochten we in omgekeerde volgorde) en Sint-Petersburg.
Het historisch centrum van de hoofdsteden is grotendeels intact. Maar voordat je die bereikt hebt, passeer je de grauwe woonblokken uit de Sovjetperiode – tegenwoordig vaak met veel auto’s voor de deur, dat wel…
In een buitenwijk van de Litouwse hoofdstad Vilnius staat het hotel. Het recente verleden is nog niet door de Europese Unie weggepoetst. Onze zware koffers moeten wij zelf de trap opslepen naar de receptie. Daar staat onze groep te midden van de bagage te wachten tot die ene juffrouw achter de balie onze namen in haar computer heeft ontdekt en wij worden opgeroepen om de kamersleutels in ontvangst te nemen. De liften zijn klein, er kunnen steeds maar een paar mensen met hun grote koffers in. Dat is weer geduldig wachten op je beurt. Zo zal het telkens gaan, alle zes keren dat wij van hotel wisselen. Wachten, geduldig wachten, is in de Sovjetlanden zo tot de alledaagse gang van zaken gaan behoren, dat het nog jaren zal duren voordat onze westerse meer efficiënte haastcultuur zal zijn doorgedrongen. Ooit zal dat toch moeten lukken, willen die landen op de Europese- en wereldmarkt kunnen gaan concurreren.
Kerkganger
De prachtige oude steden die wij te zien krijgen, zijn het resultaat van talloze oorlogen, veldslagen, veroveringen en bezettingen. Duitse ridders hebben er geheerst, Zweden, Denen, Polen, Russen… Iedereen bouwde er zijn eigen kerk. Ik ben op onze reis een hartstochtelijk kerkganger geworden: rooms-katholiek, Grieks-orthodox, luthers… het maakt niet uit. Wij beleefden de indrukwekkende monumenten van religieuze artisticiteit uit een tijd dat kerk en staat – hecht verenigd – zich alles konden veroorloven. Het hoogtepunt van extravagantie vormde de ‘Kerk van de Verlosser op het Bloed’ in Sint-Petersburg. Hij werd gebouwd bovenop een kanaal, precies op de plek waar tsaar Alexander II in 1881 werd vermoord. Zijn opvolger liet de kerk daar neerzetten; er werd vijfentwintig jaar aan gebouwd en er werden meer dan twintig soorten mineralen gebuikt (‘jaspis, rhodoniet, porfier en Italiaans marmer,’ zegt de reisgids) voor de mozaïeken van ‘iconostasen, icoonlijsten, baldakijn en vloer’. Als je bedenkt wie de lasten voor al dit moois hebben moeten opbrengen – de nazaten van de lijfeigenen die pas een generatie eerder waren vrijgelaten – dan kun je je voorstellen hoe de razernij heeft toegeslagen tijdens de Oktoberrevolutie van 1917.
Wat van de geschiedenis voornamelijk overblijft, is datgene waarmee de elite zich omringde en waarvan wij nog steeds kunnen nagenieten. En heel erg belangrijk is, dat de kerken een koele oase vormden tijdens de hittegolf zoals we die tijdens onze reis beleefd hebben. Als je veertien hete hotelnachten zonder airco hebt doorgemaakt, zoek je via de schaduwkant van de antieke straatjes een van de vele kerken wel op.
Of een terras, natuurlijk. Daar kom je letterlijk niet langsheen. Het plaveisel bestaat overal uit kinderhoofdjes die daar eeuwenlang kunnen liggen, zonder dat ze veel onderhoud vergen. Dus is het lekkerder lopen op het trottoir – maar daar versperren de terrasjes de weg. Dan toch maar weer even kinderhoofdjes. Of stoppen om wat te drinken…
Sovjetverleden
Wat is hetzelfde gebleven en wat is er veranderd, in de landen die wij bezocht hebben? De prachtige stadscentra die er honderd jaar geleden al waren, zijn er nog steeds. Maar het Sovjetverleden is nog niet afgeschud. Er zitten nog veel te veel mensen achter een balie of een loket – met het daarbij passende chagrijn. In dezelfde kruidenierswinkel koop je de dranken bij de ene mevrouw en het fruit bij de andere. Na een regenbui viel in het blok aan de achterstraat tegenover ons hotel de stroom uit. De vriendelijke mevrouw die ons eerder in haar barretje van cappuccino had voorzien, kon al haar zelfgebakken taart weggooien.
De lanen waar vroeger de rijtuigen op weg naar de paleizen der rijken ruim baan hadden, zijn nu zesbaans snelwegen geworden waar het stadsverkeer doorheen raast met zeker honderd kilometer per uur – soms ingehaald door een motorfiets met honderdtwintig… Inderdaad , letterlijk midden door de stad. Er wordt dan ook gefietst op het trottoir – tussen de voetgangers door.
Het is heel opmerkelijk dat waar alles en iedereen tot in den treure wordt gecontroleerd, er nergens verkeerspolitie te zien is. Maar misschien zien ze ons wel, en zien we hen niet. Zoals ik in een hotel een man in een hokje op een scherm negen locaties in de gaten zag houden en onze hotelkamer in Sint-Petersburg beschikte over niet minder dan vijf rookmelders aan het plafond. Waar zijn die nou voor nodig, zou je zeggen. Op elke verdieping zat iemand in een kantoortje voor een beeldscherm een onduidelijke administratie bij te houden…
Het is al met al een heel interessante reis geworden, naar de geschiedenis en naar het heden. Wij hadden hem niet graag willen missen. Fijn om weer thuis te zijn.
Pierre Tuning is journalist. Vele jaren redacteur bij het NOS Journaal. Gerespecteerd raadslid van D66, later PACT, inmiddels geen lid meer. Liefhebber van jazz, steekt dat niet onder stoelen of banken. Polijst zijn teksten. Houdt van een biertje. Eigenwijze kerel.