De eerste dertig jaar van mijn leven zaten vol met mijlpalen. Mijn schoolperiode, het behalen van diploma’s, mijn eerste biertje, de eerste kus, mijn rijbewijs, mijn eerste auto, de geboorte van ons eerste kind (en de tweede niet lang daarna), ons eerste huis. Het zijn gebeurtenissen die ik zag aankomen en waar ik naar uit had gekeken.
Die mijlpalen komen, in de tweede helft van mijn leven tot nu toe, steeds minder frequent voor en dat is in zekere zin logisch. Al die eerste keren zijn gepasseerd in alle heftigheid. De tweede keer is het al normaler geworden, het zijn geen mijlpalen meer. Dat betekent overigens niet dat ik het leven minder waardeer, het heeft een andere dynamiek gekregen. Maar als er dan weer eens iets gebeurt wat niet eerder heeft plaats gevonden en waar ik naar heb uitgekeken, dan komt dat tintelende gevoel weer boven, dat gevoel van die eerste keer.
En dat is mij onlangs dus weer overkomen. Half september is in ons dorp het nieuwe dorpscafé Op de Hoek geopend. Een mijlpaal voor Kudelstaart en de Kudelstaarters. Iedereen die mijn columns met een zekere regelmaat leest weet dat ik al lang verlang naar een oude bruine kroeg in Kudelstaart. Zo eentje die je op iedere hoek in Amsterdam aantreft. En nu is het dan zover. Op vijf minuten lopen van mijn huis, precies zoals ik het zou willen.
Natuurlijk ziet ons dorpscafé er van buiten niet uit als een bruine kroeg. Van buiten lijkt het eigenlijk nergens op. Een mooi gebouw, dat wel, maar er zou net zo goed een opticien in kunnen huizen of een kapper. Het is een groot gebouw met een rieten kap waar ik niet direct het predicaat dorpscafé op zou willen plakken. Maar dan kom je binnen. Er staat een heus biljart! En ze hebben een bar met barkrukken, wat uiteraard tot de standaard uitrusting van een bruin café behoort. En ze serveren er een daghap tegen alleszins redelijke prijzen.
De sfeer is gezellig, niet oubollig. Ook al hangen er foto’s van Kudelstaart uit lang vervlogen tijden. Een mooie lange houten tafel waar je een krant kunt lezen en een koffie kunt drinken. De kaart is zoals je mag verwachten van een dorpscafé. Ik ben er een aantal keren geweest om een lekker biertje te drinken. De laatste keer was afgelopen zondag. Het was prachtig weer, terrasweer zou je kunnen zeggen. De bediening is uitstekend, ze laten je niet op een droogje zitten. De bitterballen smaakten uitstekend. De laaghangende zon gaf het uitzicht op de Kudelstaartseweg iets landelijks. Wat een genot.
Ooit was ik in Thailand op bezoek bij mijn zwager en zijn gezin. Hij nam mij mee naar de binnenstad van Bangkok. Daar stond een kroeg met de naam The Office. Hij wist mij te vertellen dat veel mannen na hun werk naar die kroeg gingen. Dan belden ze hun vrouw en zeiden ze; “Honey, I’m at the office”. Daar moest ik aan denken toen ik voor het eerst de naam van ons dorpscafé hoorde. Op de Hoek is een logische keus als je je vestigt op de hoek van drie belangrijke wegen in Kudelstaart, maar sprankelend is anders. Ik ken kroegen die “mijn moeder” of “de zaak” heten. Maar, zoals Shakespeare al zei: What’s in a name? We hebben ons dorpscafé en weet je wat ze er schenken? Juist, Westmalle Trippel. Proost Han.
Paul Bras is werkzaam in de psychosociale sector. Zette enkele jaren geleden radicaal een punt achter zijn carrière in de banken- en autobranche. Filosofisch type. De goedheid zelve. Warhoofd. Miste bruine kroeg in Kudelstaart – reden om (weer) naar 'de grote stad' te verhuizen. Maar… hij kwam weer terug. Monter.