Column: van eerste veiling naar Oude Veiling

Kacheltje aan, koffie gezet, columnpje erbij… Joop Kok vond het met Oktober als ‘maand van de geschiedenis’ in zicht een goed idee u als lezer van AalsmeerVandaag te verblijden met een wat langer verhaal dan gebruikelijk. Joop duikt in de historie van het Aalsmeerse veilwezen en pakt dat grondig aan met een lesje lokale geschiedenis.

Door: Joop Kok. De geschiedenis van het veilen begint met een toevallige gebeurtenis. Tijdens een koude periode in de zomer van 1887 was er weinig aanvoer van verse groenten. Op 29 juli voer groentekweker Dirk Jongerling uit Zuid Scharwoude naar Broek op Langedijk om daar zijn bloemkolen af te leveren aan een commissionair, een tussenhandelaar die de opbrengst van de verkochte producten slechts éénmaal per jaar afdroeg, met inhouding van tien tot wel 25 procent commissieloon. Jongerling aarzelde, hij wilde een goede prijs hebben, een aanwezige schipper zag dat en sprak de volgende historische woorden: ‘Je motte ze vaile, dan kraig je watte ze waerd binne’. En zo werden de bloemkolen verkocht aan de meest biedende.

Veiling aan de Pontweg

Eerste bloemenveiling in Amsterdam
Gezien de toenemende vraag naar planten en bloemen, kwam al gauw het idee op om ook deze te gaan veilen. In Artis te Amsterdam werd de ‘Coöperatieve Bloemen- en Plantenbeurs’ opgericht, met als doel het realiseren van een verkooplokaal. Aangezien groentekwekers vanuit het Westland eveneens op zoek waren naar een veilinggebouw ging men een fusie aan en werd bij de gemeente Amsterdam een aanvraag ingediend. Op 18 juni 1901 vond onder een gespannen zeil op ‘Wal O’ aan de Marnixstraat de eerste veiling plaats.

In de beginjaren wilden de bloemenveilingen maar geen succes worden. Goede bloemen gingen in Aalsmeer nog steeds rechtstreeks naar de afnemers, de winkelier kon per telefoon of telegraaf direct bij de kwekers bestellen en serieuze kopers werden weggepest door ongemanierde straatventers. Na bijna tien jaar worstelen ging het, mede door het nemen van maatregelen, eindelijk wat meer voor de wind. Juist toen gaven de Aalsmeerders te kennen dat ze een eigen veilinggebouw in Aalsmeer wilden hebben.

Aalsmeerders willen eigen veiling
De bloementeelt had in Aalsmeer een vaste plek ingenomen en de meeste kwekers moesten erkennen dat het veilingsysteem een grote verbetering betekende. Logistiek gezien lag een veilinggebouw in een productiegebied meer voor de hand dan in een afzetgebied, zeker met het vooruitzicht op de komst van spoorlijnverbindingen. Aalsmeerse bloemen zouden dan naar alle windstreken in Europa vervoerd kunnen worden

Veiling in De Drie Kolommen

Op 27 februari 1909 vond er in de Drie Kolommen een vergadering plaats waarbij men het er unaniem over eens was dat er in Aalsmeer een veiling moest komen voor zowel bloemen als voor groenten. Men besloot te wachten tot Aalsmeer op het spoor was aangesloten. Door grondverzakkingen moest de opening van het spoor keer op keer worden uitgesteld. Het geduld van de kweker, met name die in Oost raakte op, te veel geklets, te weinig resultaat. Op 2 december 1911 verscheen een bericht in de krant dat er vanaf 4 december in café ‘Welkom’, hoek Pontweg-Oosteinderweg, geveild zou worden. Vrijwel daarnaast een mededeling van Tuinbouw-afdeling Aalsmeer dat op 6 december in ‘De Drie Kolommen’ een vergadering zou worden gehouden met als agendapunt: ‘Het stichten van één centraal veilinggebouw. Opkomst gewenst!!’

Kwekerij Been

Dorp
Het veilen in Oost bleek een succes en veiling ‘Bloemenlust’ was een feit. Hoe zeer de voorzitter van de Tuinbouwafdeling ook zijn best deed, de kwekers van het Dorp en Oost kwamen niet op één lijn. In het Dorp werd op 10 januari 1912 in café ‘De Drie Kolommen’ de eerste bloemen geveild. De resultaten van beide veilingen waren zo gunstig dat beide besloten een permanent veilinggebouw te realiseren. In het centrum van Aalsmeer werd dat de ‘Centrale Aalsmeersche Veiling’.

Centrale Aalsmeersche Veiling
Als locatie werd gekozen voor een plek in één van de eerste uitbreidingsgebieden van het centrum, makkelijk bereikbaar vanaf het water en dichtbij het te realiseren spoorwegstation. Het gebouw werd ontworpen door Jan Willem Luik die behalve bouwmeester ook gemeenteopzichter en brandweercommandant was. Net als veel andere veilinggebouwen, was een deel van het dakvlak iets opgetild zodat er ruimte was voor het plaatsen van bovenramen om zo ook in het midden van het gebouw voldoende licht te creëren. Opvallend was de duidelijk geaccentueerde entreepartij aan de Marktstraat. De achterzijde lag aan de Kerkwetering die van alle zijden via het water bereikbaar was.

Het eerste veilinggebouw in de Marktstraat in 1918.( aioa 1. blz.116)

Uitbreiding met ‘De Oude Veiling’
Al spoedig was het gebouw te klein en moest het worden uitgebreid. In 1916 werd dat deel gebouwd dat nu ‘De Oude Veiling’ wordt genoemd. Alvorens dit deel te kunnen bouwen, moest aan de zijde van Marktstraat de oorspronkelijke veiling ontdaan worden van zijn entreepartij en overkapping. De architect was opnieuw Jan Willem Luik. Was de oorspronkelijke veiling nogal zakelijk vorm gegeven, bij deze uitbreiding koos Luik voor een meer romantische benadering: de chaletstijl. Vooral in trek bij de gegoede burgerij die op vakantie was geweest in Zwitserland, Savoie of Tirol. Met name de overstekende daken, de uitbundig met snijwerk versierde windveren en sierconstructies om de overstekende daken op te vangen, vinden daar hun oorsprong. In combinatie met het metselwerk en de meer rationeel ingedeelde gevels is het eigenlijk een eclectisch (een combinatie van verschillende bouwstijlen) gebouw met chalet-kenmerken. In het rechter bouwdeel bevond zich de inpakruimte en in het middendeel de entree, de doorgang naar de oorspronkelijke veiling en de entreetrap naar de tribune die zich naast de entreepartij bevond. In het meest linkerdeel bevond zich het kantoor.

De bloemen- en plantenexport groeide explosief en in 1918 behaalde de CAV een jaaromzet van een miljoen gulden. Aangezien het terrein was volgebouwd en de Marktstraat door de toename van het autoverkeer het transport niet langer aankon, besloot men te verhuizen naar de Van Cleeffkade. De vanaf toen geheten Oude Veiling bleef tot 1932 in bedrijf voor de handel van snijbloemen.

Transformatie Oude Veiling
In 1921 begon F.J. Berghoef zijn studie aan de Technische Hogeschool te Delft. In 1930 ging hij samen met Granpré Molière en van Epen op reis naar Italië om daar de stedelijke bouwkunst te bestuderen. Ze bezochten Verona, Venetië, Ravenna en Bologna. Berghoef reisde door naar Florence, Siena en San Gimignano. Siena, de baksteenstad, werd zijn favoriet. Het was een studiereis die zeer bepalend is geweest voor de ontwikkeling van Berghoef als architect. Toen hij in 1932 aanbood om De Oude Veiling te transformeren naar een verenigingsgebouw, kon het niet anders dan dat hij zich door die nog verse indrukken liet beïnvloeden. De dakhellingen evenwijdig aan de straat, de ritmiek van getoogde diepliggende ramen op de begane grond, de smallere daarboven, de overstekende goten, de deuren met bordes en stalen hekwerk boven de entree en het elliptische raam, zijn elementen waarbij je denkt dit is Italië in Aalsmeer. Het vormt tezamen met het Raadhuis en de ophaalbrug als verbindend element, een unieke combinatie.

Sporen verdwenen
In de loop der jaren kreeg de Oude Veiling steeds minder betekenis voor het verenigingsleven, de grote zaal werd alleen nog gebruikt voor popconcerten. Toen de bewoners begonnen te klagen over geluidsoverlast stelde de gemeente eisen aan de eigenaar. Die kon er niet aan voldoen, een belangrijk deel van zijn inkomen viel weg en in juli 1983 sloot hij de deuren. De gemeente kocht het op, sloopte de grote zaal en liet op de fundamenten een bibliotheek bouwen. Het voorste deel wisselde vijfmaal van eigenaar en heeft een periode van leegstand en kraak gekend. In 2015 heeft de gemeente het pand gekocht met als doel in combinatie met de bibliotheek aan De Oude Veiling een sociale, culturele, educatieve en maatschappelijke invulling te geven, de zogenaamde ‘huiskamer van Aalsmeer’. In 2018 is De Oude Veiling in combinatie met de bibliotheek grondig verbouwd. Jammer is wel dat de sporen van de oorspronkelijke opzet van Jan Willem Luik, tot voor kort nog zichtbaar in de gevels, verdwenen zijn achter de schoonheidsopvatting van nu.

Bronnen
Ad de Jonge, 100 jaar bloemenveilingen, Oud Nuus 2001-2002
Jo de Grauw, Oude Veiling in de Marktstraat, Oud Nuus
Dick Piet, Bakermat veiling ligt in de kroeg, 27 nov 2011
Catalogus Aalsmeers Veilingwezen, 1986
Theo Bakker, Groentemarkt Marnixstraat 1895-1934, 2015
Wikipedia, chaletstijl
Tekening Luik en perspectief Berghoef, Berghoef archief NAI

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *





banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
flower art museum
historische tuin
adv-Toneel
banner_martinez
adv desiree klein
mjk-advies
LJ-de-Vries
S4H
flower art museum
historische tuin
adv-Toneel