Het was weer zo’n schrijnend bericht dat ik deze week in de krant las. In Rotterdam is een vrouw gevonden die tien jaar dood in haar woning had gelegen. Ze schijnt een natuurlijke dood te zijn gestorven, maar dat was niet opgemerkt. De samenleving is geschokt. Misschien wel omdat het een van onze grootste angsten is. Ouder en hulpbehoevend worden, sterven in eenzaamheid. Schrijnend vooral omdat deze vrouw kennelijk geen familie meer had, geen vrienden en geen contact met de buren.
Dit geval staat niet op zich. Een paar weken geleden las ik over een man die in Oostenrijk jarenlang dood heeft gelegen in zijn huis. Hij was nog in de veertig toen hij overleed. Hij had een ex en kinderen. Toch werd hij niet gemist.
Ik werk veel met mensen die afkomstig zijn uit Afrika. Zij verbazen zich over onze samenleving. De mensen in Afrika, en dat geldt waarschijnlijk voor veel landen rond de evenaar, leven meer buiten, zien elkaar elke dag en gaan bij wijze van spreken alleen naar huis om te slapen. Zij zien dat wij ons opsluiten in onze huizen, ons afschermen voor de 'boze' buitenwereld. Het is voor hen ondenkbaar dat iemand kan sterven in een dichtbevolkte woonwijk zonder dat iemand dat merkt. Het zou al opvallen als iemand een dag niet gezien wordt.
Sinds ik in Amsterdam woon, reis ik meer met het openbaar vervoer. Ook de fiets is een veel handiger vervoermiddel in de grote stad dan de auto. Het is opvallend hoeveel mensen ik zie fietsen terwijl ze druk doende zijn met hun smartphone. Laatst zat ik tijdens de spits in de trein. Vrijwel iedereen om mij heen zat druk te twitteren, appen, mailen, sms'en of gewoon op internet te kijken. Het is toch een beetje raar om zoveel mensen in zo’n kleine ruimte te zien die volledig in beslag worden genomen door dat kleine apparaatje.
Mijn collega communiceert alles via facebook. Hij is ieder moment van de dag volledig op de hoogte van het wel en wee van zijn gezin, vrienden en familie. We kunnen telefoneren met skype. Ik ken mensen die honderden contacten hebben via Linkedin. Het maakt niet meer uit waar we ons bevinden, het intermenselijk contact loopt tegenwoordig via digitale kanalen.
Wel een beetje kil vind ik, zo’n digitale hand op mijn digitale schouder. En als je niet zo handig bent met facebook of als je niet om weet te gaan met een smartphone of computer, dan versterkt dat de eenzaamheid. Dan hoor je er ook niet zo bij.
Natuurlijk is het een logisch gevolg van ons drukke bestaan dat we efficiënt omgaan met onze tijd. We staan vroeg op om te gaan werken. Als we weer thuis zijn, eten we snel omdat er nog allerlei andere activiteiten op ons staan te wachten. Dan is het fijn dat we onderweg tijdens het reizen tenminste nog wat tijd hebben om onze relaties aan te halen. Door ons jachtig bestaan is er minder tijd om stil te staan bij andere belangrijke zaken. Zoals het contact met een eenzame buurvrouw bijvoorbeeld.
Het beeld dat ik hier schets, is slechts het markeren van een tendens. Er zijn veel mensen die zich om anderen bekommeren, die zich inspannen in buurthuizen, het verenigingswerk of die vrijwilligerswerk doen. Toch denk ik dat de individualisering van onze samenleving steeds verder gaat. Hoe tegenstrijdig het ook klinkt, in de stad lijkt dat effect groter dan in de dorpen. Meer mensen, minder contact. Maar misschien verbeeld ik me het alleen maar.
De mensen uit Afrika die ik regelmatig spreek, gaan heel anders om met hun tijd. Zij hechten meer aan het unieke, verbindende en rechtstreekse contact. Zij hebben een mooi gezegde: jullie hebben het horloge, wij hebben de tijd.
Paul Bras is werkzaam in de psychosociale sector. Zette nog niet zolang geleden radicaal een punt achter zijn carrière in de banken- en autobranche. Filosofisch type. De goedheid zelve. Warhoofd. Mist al jaren bruine kroeg in Kudelstaart – reden om naar 'de grote stad te verhuizen'?