Het was nog wat wennen, vond ze. Koningsdag. Jobke Vonk, de burgemeester, haalde het gisteren aan bij de uitreiking van de acht koninklijke onderscheidingen.
Een lintje, zo vertelde ze, krijg je niet zomaar. Degenen die er gisteren eentje ontvingen, zaten sinds september vorig jaar in de pijplijn. Mensen uit hun omgeving hadden een aanvraag ingediend bij de gemeente. “Dus als u iemand voor volgend jaar wilt voordragen, moet u dat uiterlijk in september doen.”
Diepste geheim
Ze schetste de procedure voor een gehoor van honderdvijftig man in de burgerzaal. De voordracht gaat via Betty van der Vaart van het bestuurssecretariaat van de gemeente. Zij is “de eerste zeef” (Kan het? Mag het?) en doet alles “in het diepste geheim”. Alles in overleg met de burgemeester, die immers lokaal de koning vertegenwoordigt.
Als de voordracht in Aalsmeer rond is, komen de officiële instanties aan bod, zoals de commissaris van de koning, de minister van Binnenlandse Zaken en tenslotte, voor de handtekening, koning Willem-Alexander.
Gepaste kleding
“Het kan lang duren, want alles moet gewogen worden,” lichtte Vonk toe. “En… je mag geen strafblad hebben of grote boetes hebben uitstaan.”
De burgemeester ging ook in op de wijze van dragen, die aangeven staat in een heus reglement. “De speld mag je altijd dragen, mits de kleding gepast is.” Dat laatste zouden haar voorgangers Theo van Eijk en Pieter Litjens nooit gememoreerd hebben. Haar opmerking zorgde voor het nodige gegniffel in de zaal, waarin toch al een ontspannen sfeer heerste. Jobke Vonk voelde zich zichtbaar in haar element in de rol van ceremoniemeester gisteren, zoveel was duidelijk.
Foto's: (boven) Jobke Vonk spreekt Tinus van Tol toe, (onder) ze speldt Margot Tepas het koninklijke insigne op. (foto's Arjen Vos)
/hoekwater.jpg)
/Muller.jpg)
/LJ-de-Vries.png "LJ-de-Vries")
