Vandaag een zomerverhaal over Aalsmeer-promotie. Citymarketeer Frits Huffnagel, VVD-politicus, hield er een kleine vier jaar terug in The Beach een vlammend betoog over en Nieuws over Aalsmeer, voorganger van AalsmeerVandaag, deed er verslag van. Hieronder integraal dat artikel van 9 november 2011. Een ruggensteuntje voor wie meer in Aalsmeer ziet dan een dorpje met een paar gebouwen en wat water.
Ietwat zelfgenoegzaam was hij wel. Zijn eigen citymarketing-speeltjes voor Amsterdam en Den Haag vond hij van grote kwaliteit. Maar Frits Huffnagel reikte zijn gehoor – Aalsmeerse ondernemers en driekwart van het gemeentebestuur – en passant ook de nodige tips aan hoe Aalsmeer op de kaart te zetten. Relatief nieuw was zijn tip de ligging vlakbij Amsterdam uit te buiten.
In de voormalige Bloemenlust-rozentribune in The Beach was Huffnagel gisteravond de prominente gast van de Ondernemersvereniging Aalsmeer (OVA), die er haar jaarvergadering hield. De goedgebekte VVD’er is onder meer wethouder in Amsterdam en Den Haag geweest, met citymarketing in zijn portefeuille. Sinds kort richt hij zich als zelfstandig ondernemer op citymarketing en communicatie.
Bloemen onderscheidend
Hoe slijt je ‘Aalsmeer’? Met de bloemen, met het water en als attractief voorportaal van de hoofdstad. Dat was Huffnagels top-3. “Aalsmeer associeer je met bloemen, bloemen, bloemen. Dat onderscheidt je. Daar moet je te koop mee willen lopen. Doe dat dan ook,” zei hij in zijn verfrissende presentatie.
“Zorg ervoor dat er in Aalsmeer het hele jaar veel meer bloemen te zien zijn. Laat op de bloemenveiling niet alleen de karretjes zien, maar ook dat bloemen een technologische ‘high standard’ branche is. Er kan veel meer dan er nu gebeurt.”
Meer uit plassen halen
De Westeinderplassen kun je volgens hem eveneens beter dan nu aan de man brengen. “Wanneer je iemand vraagt waar de Kaag ligt, heeft hij enig idee. Maar als je zegt ‘Westeinderplassen’, heeft niemand een idee. Roep dat wakker!” moedigde Huffnagel de ondernemers aan. Activiteiten naar Aalsmeer halen, zoals de Regenboograce afgelopen zomer [Huffnagel doelde op de zeilwedstrijden met de imposante regenbogen die in 2011 voor het eerst op de Westeinder plaatsvonden – red.], is zinvol. “Dat soort emotie: dóén,” stelde hij. Maar, relativeerde hij, verwacht niet dat je er meteen alom bekend door bent.
Over de ligging nabij Amsterdam had hij een uitgesproken opvatting. “Amsterdam trekt veruit de meeste toeristen. Tussen de 80 en 85 procent van de toeristen die voor het eerst naar Nederland komen, bezoekt alleen Amsterdam. Voor Den Haag is dat 6 procent, op de tweede plaats…” Haal als buur alles uit de kast om daarvan te profiteren, wilde Huffnagel maar zeggen. “Aalsmeer is een geweldige optie” als je als toerist in Amsterdam eens “wat anders” wil. “Maar wordt dat gepromoot? Volgens mij niet.”
Marathon
Huffnagel was zijn presentatie over citymarketing begonnen met de basisvereisten om je stad of dorp nationaal en internationaal stevig neer te zetten. Citymarketing draait om onderscheidend zijn en om herkenbaarheid. Belangrijk volgens hem is “de trots” die stad of dorp allereerst oproepen bij bewoners en bedrijven; daarna volgen de bezoekers. Als de eerste twee groepen geen trots voelen, kun je wel ophouden. Ook kom je nergens zonder goede samenwerking. Hij pleitte daarnaast voor dwarsheid. “Loop niet in de pas. Als iemand zegt ‘Dat kunnen we niet maken’, moet je het meteen doen.”
Aalsmeer of welke plaats dan ook op de kaart zetten, is “keuzes maken”. Houd vooral vast aan de gemaakte keuzes, benadrukte Huffnagel meerdere keren. “Citymarketing is geen sprintje. Het is een marathon. Dat is voor de politiek weleens moeilijk. Want een wethouder wil binnen vier jaar resultaten zien, vóór de volgende verkiezingen.”
(Foto's AV-archief)