Door: Jan Dreschler. Op donderdag 27 november trokken zo’n honderd mensen naar The Beach voor een ‘event’ met een ongebruikelijk thema: armoede. De goed georganiseerde samenkomst was een initiatief van Rotary en Participe. Het was een indrukwekkende gebeurtenis, vooral door het ‘spel’ Eén uur in de bijstand. Het was verbijsterend om te ervaren hoe het met je kan gaan in het leven. En het kan ons allemaal overkomen.
Dagvoorzitter Ben van der Sluis verrichtte de opening en loodste de aanwezigen door het programma, waarbij we meegenomen werden in het leven van Leon en Tirza met hun twee kinderen. Hun verhaal werd op indringende wijze verteld met aanvullende informatie op de computers of telefoons van het in groepjes van zes verdeelde gezelschap.
Leon, stukadoor in loondienst, kreeg van zijn werkgever de mededeling dat hij zijn bedrijf wilde flexibiliseren en of Leon als zzp’er verder wilde gaan. Hij is daarin meegegaan en werd dus zelfstandig ondernemer. Tirza was stewardess, maar toen de kinderen kwamen was dat lastiger te combineren, vooral omdat hun zoon een zorgvraag had en moeilijk gedrag vertoonde, waardoor het wenselijk was dat moeder thuisbleef.
Het ging eigenlijk lange tijd best wel goed. Alleen kon er niet veel gespaard worden. En geld voor de torenhoge premie van de arbeidsongeschiktheidsverzekering was er niet.
De groepen – die in feite het gezin nabootsten – werden geconfronteerd met het huishoudboekje en het verzoek om toch wat te bezuinigen teneinde een buffer op te bouwen. Dat bleek nog niet zo gemakkelijk.
Na een relaxte zomervakantie sloeg het noodlot toe. Leon kreeg een hernia. Acht weken verplichte rust, wat niet echt hielp, en daarna naar de neuroloog, die uiteindelijk besloot tot een operatie. De wachttijd voor de operatie was drie tot vier maanden.
Ondertussen waren er nauwelijks inkomsten – Tirza deed (zwart) wat huishoudelijk werk – en de schulden liepen op. Uiteindelijk moeten de twee de gang naar de gemeente maken. Met hulp van een sympathieke ambtenaar werd een bijstandsuitkering aangevraagd en een voorschot verkregen.
Per se een paspoort
Maar dan kom je in een systeem dat zo ingewikkeld is dat er ook veel misgaat. Het begint al met een aanvraagformulier van tien kantjes. Maar dat niet alleen; er moeten allerlei bewijsmiddelen bijgeleverd worden, die soms maar moeilijk te vinden zijn. En soms kom je voor verrassingen te staan. Als legitimatiebewijs bijvoorbeeld een kopie van je rijbewijs inleveren is niet goed; het moet in dit geval per se een paspoort zijn. Uit onderzoek blijkt dat 90 procent van de aanvragen in eerste aanleg fout is. Er volgt dan een brief met het verzoek om aanvullende stukken. En vertraging.
Onder vergrootglas
Uiteindelijk kregen ze na enkele maanden de beschikking en moest de werkelijke uitkering verrekend worden met de voorschotten.
Vanaf dat moment lig je onder een vergrootglas. Je inkomsten en uitgaven worden nauwkeurig gecontroleerd en zo gauw je te veel aan boodschappen uitgeeft of extra inkomsten lijkt te hebben, is er een vermoeden van fraude en wordt de uitkering stopgezet.
Dat geeft mensen enorm veel stress. Je durft niets meer want je bent zo bang dat je het verkeerd doet. De ambtelijke brieven, waarvan de groepjes er een aantal ontvingen, zijn vaak te ingewikkeld voor mensen.
Hongerige kinderen
Bij Tirza ging het dan ook goed mis. De gemeente meldde dat ze werk voor tien uur per week voor haar gevonden hadden en Tirza is aan de slag gegaan voor het minimumloon. Maar na een paar maanden was opeens de uitkering geblokkeerd. Ze had – onbewust dat dat moest – haar loonstrookjes niet opgestuurd naar diezelfde gemeente die haar het werk had aangeboden. En dan sta je opeens met je pinpas in de winkel, zonder saldo en met hongerige kinderen thuis.
Er kwam een moedeloos gevoel over de deelnemers. En er was begrip dat je zo ontzettend veel informatie krijgt en er zoveel gebeurt dat je daardoor het zicht volledig kwijtraakt. Je hebt geen grip meer op je leven. De hele zaal werd meegezogen in die situatie.
Levenslang nadelen
Naast deze ‘spelervaring’ was er natuurlijk volop gesprek en discussie aan de hand van stellingen.
Ben van der Sluis stelde dat kinderarmoede een onderbelicht probleem is. Tegelijkertijd is het iets waar men levenslang nadelen van ondervindt. Kinderen die in armoede opgroeien krijgen minder kansen in het leven. Er was een schatting dat het in Aalsmeer om 600 kinderen zou kunnen gaan. Vandaar de wens om te komen tot een alliantie tegen kinderarmoede.
Geldstress heeft impact
Guust-Jan Timmerman, regiovoorzitter van de Rotary in Kennemerland, vertelde over een vergelijkbaar Haarlems initiatief dat al een paar jaar loopt. Volgens hem is het zo dat één op de elf kinderen in armoede leeft. “Gezonde mensen, die voldoende te besteden hebben, kunnen zich dat nauwelijks voorstellen. Zij leven circa twintig jaar langer in gezondheid dan arme mensen. Arme mensen gaan acht tot twaalf jaar eerder dood. En geldstress heeft een enorme impact.”
Vraagtekens bij 600
Wethouder Sybrand de Vries stelde dat de armoedecijfers in de laatste decennia teruggelopen zijn. Hij zette wel enige vraagtekens bij het getal van 600, maar gaf toe dat het er misschien wel enkele honderden zouden kunnen zijn. “Het grote probleem is dat het voor een deel onzichtbaar is. Men weet de weg naar hulpverlening niet te vinden of doet er vanuit schaamte geen beroep op.”
Zelf schuldig aan de situatie
Jan de Kramer van de Algemene Werkgeversvereniging vertelde op persoonlijke wijze hoe zijn gedachten over armoede geleidelijk waren veranderd. “Ik leed,” zo zei hij, “aan opvattingen. Bijvoorbeeld de opvatting dat als het niet goed met je gaat, je daar zelf ook wel voor een deel schuld aan hebt, bijvoorbeeld door niet goed met je geld om te gaan, door een te dure auto of een grote tv te kopen, door overmatig drankgebruik enzovoort.”
Een andere gedachte was dat armoede vooral met geld te maken heeft maar De Kramer leerde dat het een veel complexer probleem is. “Mensen die door de toeslagenaffaire in bittere armoede vervielen, waren toch tiptop gekleed. Je gaat gewoon je hand niet ophouden!”
En de kinderen dan? “Die schamen zich kapot voor hun ouders, maar zijn tegelijkertijd ook ongelooflijk loyaal en verzinnen voortdurend smoezen waarom ze niet mee kunnen doen met hun leeftijdsgenoten.”
“Een volgend probleem is dat we uitgaan van de zelfredzaamheid van burgers. De gedachte is: als er voorzieningen zijn en je bepaalde rechten hebt, dan kom je er wel. Maar zo werkt het niet. De grootste risicogroep om in de problemen te komen zijn mensen die 150 procent van het minimumloon verdienen. Die komen nooit langs om hulp.”
Attent op signalen
Bedrijven moeten attent zijn op signalen die op problemen duiden. Als een loonbeslag wordt gelegd, is dat een goede aanleiding om met de medewerker in gesprek te gaan. Als mensen voortdurend geldstress hebben en hun kinderen tekort moeten doen, dan gaat het met het werk ook niet goed. Als iemand ineens heel veel nachtdiensten wil werken, is dat ook zo’n signaal. Zo zijn er aanknopingspunten om problemen te signaleren, maar je moet er wel oog voor hebben. “Ik ben wel uit mijn bubbel gehaald,” concludeerde De Kramer aan het einde van deze toch confronterende sessie.













/Muller.jpg)




/LJ-de-Vries.png)




