Plannen maken Flower Art Museum toekomstwaardig

Door: Joop Kok. Zondagmiddag 1 juli 2018 opende André Mulder, kunstliefhebber en oud-directeur Bloemenveiling Aalsmeer het Flower Art Museum. In het museum, met een binnenruimte van 900 vierkante meter, stond vanaf dat moment de verbeelding van bloemen, planten en natuur in de hedendaagse kunst centraal. Een idee dat Annefie van Itterzon, toenmalig medewerkster culturele zaken van de gemeente Aalsmeer, al jaren eerder had geopperd. Nol de Groot gaf met Galerie Sous-Terre de sleutel van het gebouw door aan Constantijn Hoffscholte, directeur van het FAM. Na een aanvankelijk goede start brak een onzekere tijd aan, Corona kwam langs en het gebouw werd verkocht aan eigenaren met driftige bouwplannen. Dankzij de inzet van de vrienden van FAM, de medewerking van de gemeente en financiële ondersteuning van de familie Van der Veldt, werd de toekomst, voor op de korte termijn, veilig gesteld. Maar, zo gaf Constantijn Hoffscholte afgelopen dinsdag in zijn perspresentatie aan, voor op de langere termijn moet er nog veel gebeuren om een stabiele situatie te creëren.

Men is momenteel met twee dingen bezig, een uitbreiding en een certificering. De certificering betreft het verkrijgen van een museumstatus. Daar zitten allerlei voordelen aan, het is een kwaliteitskeurmerk en je mag meedoen aan de museumkaart. Dat houdt in dat je mee mag draaien in de publiciteit en dus bekender wordt en meer publiek gaat trekken. Daarnaast word je beter subsidiabel en kun je gebruik maken van fondsen. Het is niet zo dat je het allemaal cadeau krijgt, er zijn allerlei voorwaarden waaraan je moet voldoen. Men heeft er al veel aan gedaan en hoopt per 1 juli, of 1 januari volgend jaar, opgenomen te worden in het register.

Wensen opgeteld
Wat betreft de uitbreiding heeft men zich de vraag gesteld van wat is er nu echt nodig om het museum toekomstwaardig te maken. Allereerst de zichtbaarheid. Vanaf de weg kijk je letterlijk over en langs het gebouw heen. Geen enkel herkenningspunt, daar moet iets aan gedaan worden. Daarnaast bevindt zich in ieder zichzelf respecterend museum wel een ruimte waar je wat kan eten en drinken. Dat wilde men ook hier, maar bovendien een ruimte die los van het museum draait en waar je ook groepen kunt ontvangen. De winkelruimte, nu binnen het museum, wenste men groter en zoals tegenwoordig in de meeste musea, functionerend buiten het museum om. Al deze wensen bij elkaar opgeteld leiden tot een uitbreiding van het bestaande gebouw met zo’n 600 vierkante meter richting parkeerruimte. Een lichthapper boven op het gebouw licht de eronder liggende ruimtes aan en biedt, omhoog kijkend, zicht op de watertoren. Naast herkenningspunt van: ‘hier is het museum’, is het tevens op straatniveau via een binnentrap of lift de entree naar de hal van het museum.

Lokale partijen
Natuurlijk wordt ook de buitenruimte aangepakt, een nieuw hek, fietsplekken op straatniveau, parkeerruimte voor 30 auto’s en het groen boven op het dak. Wat betreft de bouw wil men zoveel mogelijk gebruik maken van lokale partijen, “maar,” zo vertelde Ton van der Veldt, “er zijn partijen waar ik vertrouwde en goede relaties mee heb opgebouwd en die zijn me veel waard.” Het in Amstelveen gevestigde Just Architects is verantwoordelijk voor de plannen.

Gemeente enthousiast
Er zijn twee informatiesessies geweest met de buren, de gemeente is enthousiast, welstand gaat akkoord en de planning is dat op 1 oktober met de bouw wordt gestart en dat voor de zomer volgend jaar de heropening plaats vindt. In de tussenliggende tijd is het museum gesloten, wel is men van plan om één of twee pop-up tentoonstellingen te houden. Waarschijnlijk in de watertoren, iets ludieks.

De artist impressions geven een beeld van hoe het museum eruit komt te zien, spannend om naar uit te zien en vol bewondering voor de initiatiefnemers die met hun plannen de wereld een beetje mooier en leuker maken.

(Artist impressions: Just Architects)