Omleiding Lakenblekerstraat is kortste weg, niet veiligste

Nu de werkzaamheden rondom de aanleg van het nieuwe busstation nabij de Zwarteweg en de fietstunnel onder de Legmeerdijk in volle hevigheid bezig zijn, is het voor fietsverkeer van en naar Uithoorn een paar weken extra meters maken. Ze worden omgeleid over de Lakenblekerstraat en over het terrein van Flora Holland-Zuid. Niet alleen langer maar ook minder veilig.

Met name het stuk over de Lakenblekerstraat is vanwege het ontbreken van een vrij liggende fietsstrook een route met enig risico. Fietsers maken hier gebruik van dezelfde weg waar ook overig verkeer op rijdt. Vooral vanwege de aanwezigheid van vrachtverkeer bepaald niet ongevaarlijk. Gelukkig wordt de veiligheid in deze tijd een handje geholpen door de coronacrisis. Omdat de scholen in het voortgezet onderwijs nog dicht zijn, ontbreekt het in het straatbeeld aan grote groepen fietsende jongeren.

Beste alternatief
“Het is lastig om een goede omleiding te vinden bij de Legmeerdijk,” erkent de afdeling Verkeer van de gemeente, “fietsers kunnen niet langs het werk worden geleid. Dat levert gevaarlijke situaties op en de ruimte is nodig om de voorbelasting aan te leggen. Een route langs de Lakenblekerstraat is niet de meest wenselijke omleiding, dat begrijpen we ook. Maar in dit geval wel het beste alternatief. We bekijken nog of we samen met Dura Vermeer extra attentieborden kunnen plaatsen langs de Lakenblekerstraat.”

Alle omleidingen bezorgen fietsers een behoorlijke omweg. Er waren twee varianten waaruit de gemeente kon kiezen. Via de Hornmeer of via het industrieterrein. Zonder omleiding is de route 2,1 kilometer. Omdat bekend is dat fietsers weinig voelen voor ‘omfietsen’, is gekozen voor de kortst mogelijke omleiding. Die meet 3,4 kilometer en duurt twaalf minuten. Door de Hornmeer zou het tochtje nog een kilometer en twee minuten langer zijn.

Het is nog een dikke twee weken dat tweewielers worden omgeleid. Op 31 mei gaat het fietspad langs de Burgemeester Kasteleinweg weer open.

Tekst en foto’s Arjen Vos