Door: Klaas Leegwater. Een definitief besluit is er nog niet genomen maar de kans dat kraamhouders na de herinrichting mogen blijven staan op het Raadhuisplein is dichterbij gekomen. Dat werd donderdag duidelijk tijdens de digitale raadsvergadering over het standplaatsenbeleid. Een gewijzigde alinea en een toelichting daarover van portefeuillehouder Robert van Rijn was voor de gemeenteraad voldoende om uiteindelijk akkoord te gaan met de nieuwe beleidsnota.
Op 14 januari tijdens een commissievergadering lieten de meeste partijen blijken geen noodzaak te zien in het voorgestelde plan de kramen te verplaatsen naar het Praamplein. Van Rijn zegde toe de kwestie nog eens te bekijken. Donderdagavond wilden raadsleden Paul van Soelen (CDA) en René Martijn (fractie Martijn) via een ingediend amendement boter bij de vis. Belangrijkste zinsnede daarin: ‘Na afronding van de werkzaamheden van het Raadhuisplein wordt de standplaats daar weer ingenomen.’
“Ik ga uw wens niet negeren”
Van Rijn (VVD) ontraadde het amendement, ook andere partijen toonden zich sceptisch. In hun ogen bood de wijziging die het college vorige week had aangebracht in de beleidsnota voldoende houvast. Stond in de conceptversie nog dat de standplaats op het Raadhuisplein zeker komt te vervallen, nu staat er (samengevat): ‘tijdens het inrichtingsplan voor het Raadhuisplein zal worden bepaald of verplaatsing permanent is. Bij het inrichtingsplan voor het Raadhuisplein kan daar dan rekening mee worden gehouden.’
Voor Van Soelen was dat niet genoeg. “Dat de standhouders definitief moeten verhuizen blijft nog steeds een zeer reële optie.” Ook Martijn was niet overtuigd, hij vroeg zich af of de besluitbevoegdheid van de raad dan niet uit handen wordt gegeven. Wethouder Van Rijn: “U denkt toch niet dat ik de wens van de raad ga negeren, samen met u gaan we kijken hoe we dit vraagstuk gaan oplossen.” Die opmerking trok het tweetal blijkbaar over de streep, het amendement ging na een korte schorsing van tafel waarna de raad akkoord ging met de nota.
Glimlach
Tijdens het debat zorgde een licht sentimentele opmerking van Martijn voor een glimlach bij de deelnemers, zo was te zien op het beeldscherm. “Ik vind het erg belangrijk dat de viskraam op het Raadhuisplein nostalgisch onder het carillon blijft staan, zoals in veel andere dorpen en steden het geval is. Dit hoort ook in Aalsmeer zo te zijn.” Van Rijn reageerde even later: “Ik snap dat meneer Martijn graag vis eet op het plein, vooral nu we daar samen de verbindingsbank hebben onthuld.”
De drie betrokken standhouders (vis-brood-kip) mogen na het debat hopen dat verhuizing van de baan is. Eerder toonden zij zich hierover verontwaardigd. “We staan al 30 jaar op dit plein, we willen niet weg,” vertelde Melrik Beukers van ’t Stoepje. Klaas Bos van de viskraam was daarnaast zeer verbaasd omdat hij naar eigen zeggen niet was ingelicht over een mogelijke verplaatsing: “Dit kan echt niet kloppen.” Over dit laatste meldde wethouder Van Rijn in het debat: “Ik herken mij hier niet in, er is goed over gecommuniceerd met de eigenaren.”
Geen vergunning
Kraamhouders op het parkeerterrein van supermarkt Hoogvliet aan de Aalsmeerderweg krijgen geen vergunning, frietauto en viskraam moeten op die plek verdwijnen. De viskar in de Beethovenlaan bij Hoogvliet zal waarschijnlijk verplaatst moeten worden naar de originele plek 50 meter verderop in de Haydnstraat. Zodra de huidige eigenaar stopt mag er op deze locatie geen nieuwe kraam komen (uitstervingsbeleid). Andere standplaatsen op het Pompplein, Poldermeesterplein in Aalsmeer-Oost en bij winkelcentrum Kudelstaart blijven gehandhaafd.
De herinrichting van het Raadhuisplein is onderdeel van Centrumvisie Aalsmeer. Een raadsdebat over het definitieve herontwerp van het plein zal nog plaatsvinden. Bij aanvang van de werkzaamheden zal de standplaats voor kraamhouders worden verplaatst naar het Praamplein (voor deze periode of definitief). Start van de renovatie staat gepland in 2023, zo is te lezen in een brochure van voorjaar 2020.
Eén reactie
Heel vreemd dat de goede viskraam en de fritelateur geen vergunning meer krijgen, laat deze mensen voorlopig staan totdat de Hoogvliet verplaatst gaat worden en er huizen gebouwd gaan worden, wellicht is er dan nog een mogelijkheid om iets voor deze ondernemers te bedenken en te helpen.